De ananas (Ananas comosus) is een tropische plant, oorspronkelijk afkomstig uit Brazilië, Bolivia en Paraguay. De plant behoort tot het geslacht Ananas uit de bromeliafamilie.
Ananas is een woord uit het Tupi, de taal van de Tupi indianen en betekent fruit met een sterke geur. Een ander soort ananas is abacaxi (een ananas met een doorn in de bladeren).
De ananas is een grote samengestelde vrucht en ontstaat uit vele kleine besjes die samengroeien. De ananas kan wel 30·cm lang en meer dan 4·kg zwaar worden, heeft bovenop een rozet van bladeren en is cilindrisch tot kegelvormig. De kleur van de schil is groenachtig tot bruinachtig, het vruchtvlees is lichtgeel tot geel en de smaak is zoet tot zoetzuur. De grootte, de vorm, de smaak en de kleur zijn zeer verschillend afhankelijk van de variëteit. De ananas is rijk aan vitaminen zoals: bètacaroteen, vitamine E en mineralen zoals: kalium, magnesium, fosfor, ijzer, koper, mangaan, zink en jodium.
Vanwege de vruchten werd de ananas door de mens al snel ook op andere plaatsen aangeplant. Ten tijde van Christoffel Columbus groeide de plant in heel Zuid- en Midden-Amerika en in het Caraïbisch gebied. De Spanjaarden introduceerden de ananas in de Filipijnen, Hawaï en Guam. In Europa werd de vrucht in 1720 voor het eerst met succes gekweekt in broeikassen. De ananas werd zo populair als een exotische vrucht dat het beeld van de ananas snel werd ingepast in de Europese kunst en beeldhouwkunst.
De wereldproductie wordt gedomineerd door Zuidoost-Azië, met name Thailand en de Filipijnen.
De natuurlijke (of meest voorkomende) bestuiver van de ananas is de kolibrie. Door bestuiving ontstaan zaden, maar omdat de aanwezigheid van zaden een negatief effect heeft op de kwaliteit van het fruit, is in Hawaï, waar ananas op grote schaalwordt gekweekt, de invoer van kolibries verboden. Zoals bij alle bromelia's kan de bloei van de ananas kunstmatig worden opgewekt door middel van ethyleen. Het vroeg oogsten van de hoofdvrucht zorgt voor een tweede oogst van kleinere vruchten. Na te zijn geoogst rijpt de ananas niet meer. Daarom wordt het vruchtvlees vaak ingeblikt.
Tekenen dat een ananas rijp is:
De tijdens het schoonmaken van de ananas verwijderde bovenkant kan opnieuw in de bodem worden geplant. Op dezelfde wijze waarop een aardappel of ui groeit uit een uitsnede zal dan een nieuwe plant groeien.
De ananas bevat ook het eiwit-verterende enzym bromelaïne, een stof die vaak gebruikt wordt voor het malser maken van vlees. Dit enzym is aanwezig in alle delen van de plant, maar voornamelijk in de steel. Omdat verse ananas bromelaïne bevat, kan het niet gebruikt worden in gerechten met gelatine omdat het enzym de eiwitten (en dus de gelatine) afbreekt.