De erwt (Pisum sativum) is een plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae).
Veel van de genetische onderzoeken die Gregor Mendel tot de wetten van de genetica leidden deed hij aan erwten.
De doperwt, kreukerwt, blauwschokker, grauwe erwt of kapucijner, ronde groene erwt, (landbouwerwt), gele erwt,schokkers, rozijnerwt en suikererwt (sugar snaps) behoren allemaal tot de soort erwt. De gele erwt wordt voor de veevoederindustrie geteeld. De spliterwt is afkomstig van de gedroogde landbouwerwt, waarbij de zaadhuid verwijderd wordt, waardoor de erwt in twee helften uiteenvalt. Het voordeel ervan is, dat er geen zaadhuiden zijn en daarom wordt hij dan ook veelvuldig gebruikt voor erwtensoep. De gedroogde erwt moet eerst een etmaal geweekt worden.
Doperwtjes worden veelal akkerbouwmatig geteeld voor de verwerkende industrie. In blik, glas en diepvries. In Japan en andere landen van het Verre Oosten, zoals Thailand, Taiwan en Maleisië wordt de erwt geroosterd en gezouten als snack gegeten. In Engeland wordt de landbouwerwt in een traditioneel puddinggerecht gebruikt.
Erwten kunnen onderscheiden worden naar:
Voor de verwerkende industrie worden alleen kortstrorassen geteeld. Erwten in blik en glas worden naar fijnheid ingedeeld van zeer fijn (sortering I), extra fijn (sortering II), fijn (sortering III) en middenfijn (sortering IV). De fijne en middenfijne sorteringen worden vaak samen met wortelen verwerkt. Vroeger was de fijnheid nauw verbonden met de mate van rijpheid van de erwt. Zeer fijne erwten waren nog jong en daarom zeer smakelijk. In de loop van de tijd is er sterk op fijnzadigheid veredeld. Vooral eerst in het rondzadige sortiment. De tegenwoordige rassen zijn ook als ze rijp zijn nog zeer fijnzadig en zegt de fijnheid dus niets meer over de rijpheid van de erwt. De verwerkende industrie gebruikt zelf voor het bepalen van de rijpheid en dus het oogsttijdstip de hardheid van de erwt, die met behulp van een tenderometer wordt bepaald. Erwten met een laag tenderometergetal (Tm 90) zijn nog jong. Erwten met een hoog getal (Tm > 180 )zijn rijp en daardoor melig en weinig smakelijk. Met de rijpheid neemt ook de meligheid toe.
Voor het bepalen van de meligheid kan de hoeveelheid in alcohol onoplosbare delen worden gemeten. De waarde wordt uitgedrukt in A.I.S-eenheden (A.I.S. staat voor Alcohol Insoluble Solids). De smakelijkste erwten combineren een goede hardheid (Tm90-120) met een lage A.I.S.-waarde. Op het etiket zou dus eigenlijk ook de Tm-waarde en de A.I.S.-waarde moeten worden vermeld.
Voor de verwerkende industrie worden de erwten machinaal geoogst. Het gewas wordt afgemaaid en in een grote trommel ingevoerd. Door wrijving in de dorstrommel gaan de peulen open en komen de erwten vrij. Via zeven worden de erwten gescheiden van het stro. De erwten worden in water naar de fabriek vervoerd.
Bron : Wikipedia