Salie
De echte salie (Salvia officinalis) is een plant die behoort tot de lipbloemenfamilie (Labiatae of Lamiaceae). De plant wordt vooral gebruikt als kruid en is met name bekend uit de Italiaanse keuken.
De plant wordt 40-80 cm hoog. De bladeren zijn dik, grijs en sterk aromatisch; de nerven zijn diep ingezonken. De bladrand is fijn gekarteld-getand of bijna gaafrandig. De stengel kan onderaan houtig zijn.
De soort bloeit in juni en juli met 2-3 cm lange, blauwpaarse, soms witte of roze bloemen. De kroonbuis heeft van binnen een krans van haren. De bloeiwijze bestaat uit twee schijnkransen en vier tot acht bloemen.
De vrucht is een vierdelige splitvrucht.
Gebruik
Vanaf mei, vlak voor de bloei, kunnen er scheuten worden geplukt om te drogen. Dit drogen moet snel gebeuren, namelijk binnen een week. Hiervoor is een droge en goed geventileerde plek nodig.[1]
In de Lage Landen werd het ook gebruikt om mee te koken in melk. Deze saliemelk of kortweg salie werd als geneeskrachtig en rustgevend beschouwd. Zo zeer rustgevend dat Potgieter in zijn boek Jan, Jannetje en hun jongste kind (1841) een Jan Salie laat optreden, die, voor hij naar bed gaat, saliemelk drinkt (in plaats van een stevig glas bier). Deze figuur staat symbool voor de trage 19e-eeuwse, Nederlandse geest. Nog steeds is Jan Salie synoniem voor een trage geest.
Salie dient met mate te worden gebruikt, omdat het door zijn sterke smaak gemakkelijk andere kruiden overheerst.
Salie is ook bekend om zijn geneeskrachtige werking. Het werkt sterk ontsmettend en is zodoende een probaat middel bij onstekingen, m.n. die van de slijmvliezen. Om die reden wordt het wel in tandpasta's verwerkt. Sterke Saliethee wordt gebruikt om te gorgelen en spoelen. Zeker niet om te drinken, want Salie is (net als de meeste andere middelen) in hoge concentratie giftig.