Veenbes



De cranberry of (grote) veenbes (Vaccinium macrocarpon, synoniem: Oxycoccus macrocarpus) is een plant uit de heifamilie (Ericaceae). Het is een kruipende of overhangende plant met dunne stengels. In Nederland is de plant vrij zeldzaam.

De cranberry bevat behalve vitamine C ook proanthocyanidinen (onder meer epicatechine). Deze stoffen zorgen er niet alleen voor dat bacteriën zich niet aan de blaaswand kunnen hechten, ze zorgen er ook voor dat reeds aan de blaaswand gehechte bacteriën worden losgeweekt[1]. De bessen zijn hierdoor waarschijnlijk effectief bij het bestrijden van blaasontsteking bij vrouwen, wat echter niet onomstotelijk bewezen is [2]. Er zijn ook wel bijwerkingen.

Er zijn aanwijzingen dat de bessen zouden helpen bij het voorkomen van maagzweren en bij het voorkomen van tandplaque.

De bessen bevatten ook oxaalzuur, benzoëzuur en isoforon[3].

Het gebruik van grote hoeveelheden kan misselijkheid en diarree veroorzaken.

De soort komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is in Nederland een exoot. Het verhaal gaat dat in 1845 een vat bessen op Terschelling aanspoelde, waarna de soort in Nederland inburgerde. De plant is hier in 1868 ontdekt door botanicus Franciscus Holkema. Op Terschelling komen uitgebreide velden van de cranberry voor en de pluk van de bessen is er aan een veenbes-bedrijf verpacht. Ook op Vlieland komen grotere velden voor. Op de overige waddeneilanden is de cranberry een zeldzaamheid. De cranberry wordt ook in kleine aantallen gevonden in het Fochteloërveen en het Eesveen op de grens van Friesland en Drenthe. Op Terschelling staat de plant bekend als 'Pieter-Sipkesheide', naar de vinder van het vat in 1845.

Het gebruik van de cranberry als medicinale plant is al bekend bij de Noord-Amerikaanse indianen. In de Verenigde Staten van Amerika en in Canada ontstonden in de loop van de negentiende eeuw commerciële veenbesculturen, met name in de Amerikaanse staten Massachusetts, Wisconsin en New Jersey. In 1864 had Massachusetts al meer dan 3000 hectare veenbesvelden. Omdat de cranberry gebruikt werd als middel tegen scheurbuik op lange zeereizen, was er ook in Europa belangstelling voor commerciële teelt van de cranberry. De eerste pogingen werden ondernomen in de negentiende eeuw in Engeland en Duitsland. Na de ontdekking van de cranberry op Terschelling werd ook in Nederland de belangstelling voor commerciële teelt ontdekt. In 1885 bezocht de kweker G.J.Borgesius uit Musselkanaal Terschelling, en kreeg van de gemeente Terschelling toestemming plantmateriaal naar zijn woonplaats mee te nemen. Van dit plantmateriaal begon hij in Bovensmilde in Drenthe een veenbeskweek die tot 1935 in stand werd gehouden. Nadien verdween de kweek hier snel. Op Terschelling was aanvankelijk sprake van pluk van in het wild voorkomende bessen. Tussen 1886 en 1900 werd de pluk door de heren Wichers, (onderwijzer op Terschelling) en Mulder (gepensioneerd technicus en inwoner van Terschelling) bevorderd. De groeiplaatsen in de duinen van Terschelling waren toen nog in eigendom van de gemeente Terschelling. De bessen werden na de pluk opgekocht en geëxporteerd naar Engeland. Na 1909 kwamen de duinen van Terschelling in beheer bij Staatsbosbeheer en werd de pluk verpacht aan enkele veenbesbedrijven. De veenbesvegetaties hadden echter te lijden onder verdroging als gevolg van de aanleg van ontwateringssloten door Staatsbosbeheer. Tussen 1917 en 1920 kreeg pachter C.Bloem de kans enkele duinvalleien, het Studentenplak en het Waterplak te ontginnen en aan te planten met veenbesstekken. Ook een goed waterbeheer werd hier mogelijk gemaakt. Veenbesvelden werden soms bezand met een dun laagje duinzand om de wortelvorming van de planten te verbeteren. Na de Tweede Wereldoorlog verruigden de veenbesvelden door overwoekering met andere planten. Momenteel heeft Terschelling nog steeds bijna 50 hectare veenbesvegetaties. De jaarlijkse oogst kan variëren van enkele honderden kilo's in zeer slechte jaren (bij nachtvorstschade) tot meer dan 200 ton in zeer goede jaren. Van de grote veenbes worden talloze producten gemaakt die op Terschelling vooral door toeristen worden gekocht. De import van Amerikaans en Canadees cranberrysap neemt steeds meer toe. Deze worden verkocht onder de namen Ocean Spray en Canadian Red.