Ballekes met selder

Bereiding

1. • Plet de lookteen tot pulp en hak de peterselie fijn.
   • Doe het gehakt in een grote mengkom en voeg het paneermeel, het ei, de look en de peterselie toe.
   • Kneed het mengsel en voeg een snuifje zout en peper van de molen toe. Hou er rekening mee dat gehakt soms al behoorlijk gekruid is.
2. • Rol egale balletjes van het gehaktmengsel.
   • Maak ze niet te klein: balletjes met een diameter van zo'n 3 tot 4 centimeter zijn perfect.
3. • Verhit een klont boter in een pan en bak de balletjes rondom goudbruin.
   • Enkel het smakelijk korstje is nu van tel, want de balletjes moeten nog niet doorbakken zijn.
   • Straks garen ze verder in de saus.

    

4. • Pel de sjalotten, snijd ze eerst overlangs in tweeën en vervolgens in lange repen.
   • Verwijder het loof van de selder en snijd de stengels in stukken van zo'n 6 centimeter. Ik verkies de malse binnenste stengels van de witte selder. Wie ook de buitenste stengels gebruikt, kan ze best even schillen met een dunschiller. Zo komen er geen taaie vezels in de pot terecht. Snijd de stukken in reepjes.

    

5. • Smelt een klontje boter in een ruime pot en stoof de reepjes sjalot en selder op een matig vuur.
   • De selder mag gerust een klein beetje kleuren.
6. • Bind de laurierblaadjes en de tijm tot een 'bouquet garni' en gooi het kruidentuiltje in de pot.
   • Voeg een flinke scheut witte wijn toe en laat de alcohol even wegdampen. Wie niet van wijn houdt, kan groente- of kippenbouillon gebruiken.
   • Schenk ook de room in de pot.

    

7. Schep de balletjes bij dit mengsel, zet het deksel op de pot en laat alles een kwartier sudderen op een zacht vuur.

    

8. Proef en voeg naar smaak wat peper en zout toe. Hak nog wat peterselie fijn en strooi de snippers groen over de bereiding.