De concheermachine werd in 1880 uitgevonden door de Zwitserse chocolatier Rodolfe Lindt. De naam komt uit het Franse woord conche, wat schelp betekend. De vorm van de machine lijkt op een schelp. In deze machine wordt de vloeibare chocolade langdurig geschommeld en gewreven. Het is een essentieel procédé waarbij de smaak van de chocolade wordt ontwikkeld en verzacht. Eventuele scherpe kantjes verdwijnen en de textuur bereikt zo het belangrijkste stadium, de fluwele zachtheid. Fabrikanten van goedkope chocolade vinden 12h concheren genoeg. Kwalitatieve chocolademakers daarentegen concheren tot een week lang en voegen soms nog extra cacaoboter toe om het nog zachter te maken. Tijdens het concheren worden verschillende smaken toegevoegd, zoals vanille, kruidnagel of kaneel. Vanille wordt altijd gebruikt en komt uit de tijd van de Azteken. Wij zijn eraan gewoon geraakt en vanille is dus verbonden met chocolade zoals zout met brood. Voor de beste kwaliteit wordt zuiver vanille-extract gebruikt. Maar goedkopere soorten bevat de synthetische vervanger vanilline.